Neem gerust contact met ons op om thuis
met u de mogelijkheden door te nemen.

 

Om te voorkomen dat er 'iets fout gaat' in de zorg, is de sector overladen met protocollen, controleurs en consultants, deze kosten ons miljarden. Daarnaast wordt er niet meer gelet op het doel van al deze maatregelen maar wordt de focus gelegd op enkel het naleven van deze regels.

Jaarlijks zijn er in Nederland ongeveer 100 miljoen patiëntcontacten. Bij elk daarvan kan iets misgaan. Ongeveer 100 duizend keer per jaar gebeurt dat daadwerkelijk. Dit foutenaantal wordt als hoog ervaren, daarom proberen beleidsmakers hun grip op de gezondheidszorg te versterken: pas als het aantal fouten nul is, zal iedereen blij en gelukkig zijn. 

Jammer genoeg is dit onbereikbaar, hoe zorgverleners ook hun best doen en hoe goed ze ook gecontroleerd worden. Het is hetzelfde als bij de verkeersveiligheid: tussen 1970 en 1980 daalde het aantal verkeersdoden door eenvoudige wetgeving sterk, daarna vlakte het effect af. Het aantal verkeersdoden vermindert de laatste jaren nauwelijks, het streven is om in 2020 op maximaal 500 doden uit te komen, niet op nul. Foutloos werken in de gezondheidszorg is net zo’n onbereikbaar doel. Er gaat steeds meer tijd van artsen en verpleegkundigen naar het opvolgen van controle maatregelen. Daar komen de immense bedragen voor controleurs, toezichthouders en scorelijstjesmakers nog bij. Zo kost elke promille verbetering tien keer meer dan het vorige promille. Het is daarom onvermijdelijk dat een bepaald aantal fouten wordt gemaakt.

Vermijdbare schade 0,1 procent 

Om te bepalen welk foutenpercentage acceptabel is, moeten we eerst naar de huidige situatie kijken. Het niveau van de Nederlandse gezondheidszorg is hoog, zoals al jaren blijkt uit internationale vergelijkingen. De cijfers over zorgkwaliteit zijn niet eenduidig, maar een benadering valt wel te geven: van de 100 miljoen jaarlijkse arts-patiëntcontacten vinden er 75 miljoen plaats bij de huisarts en 25 miljoen bij specialisten. Bij elk van de beslissingen die artsen tijdens deze contacten nemen, gaat sporadisch iets fout. Het betreft 65 duizend vermijdbare schadegevallen bij huisartscontacten (0,1 procent) en 40 duizend bij specialisten (0,2procent), samen dus zo'n 100 duizend gevallen. 

Er is in het totaal ongeveer 0,1 procent vermijdbare schade. Dat betekent gelukkig óók dat het 999 van de duizend keer goed gaat. Dat wordt vaak uit het oog verloren, want adviseurs en controleurs zijn geneigd alleen absolute foutenaantallen te gebruiken. Dat is misleidend, net als in het verkeer: '10 duizend verkeersgewonden per jaar' klinkt zeer alarmerend, terwijl we een van de verkeer veiligste landen zijn.

Het foutenpercentage in de zorg kan waarschijnlijk nog omlaag - met name bij opgenomen ziekenhuispatiënten (3 procent schade) - maar wanneer zijn we klaar? Moet het percentage prima verlopende contacten naar 99,95 procent in plaats van de huidige 99,90? Hoger kan niet, want zorgverleners moeten nu al te veel tijd spenderen aan kwaliteitsparameters, certificeringen en scorelijstjes. Bij verdere overbelasting gaan er dingen mis in de 99,90 procent goede zorg, zodat het foutenpercentage uiteindelijk niet daalt. 

Kosten van kwaliteitshandhaving

De begeleidende instanties, met hun infrastructuur en duizenden werknemers, vreet budget - dat ook aan verpleegkundigen had kunnen worden besteed. Mede door de complexe financiering is de gezondheidszorg zo ondoorzichtig geworden dat externe hulp moet worden ingehuurd. Googelen op 'gezondheidszorg, consultants' levert honderden zorgconsultancy's op, die kennelijk bestaansrecht hebben. Hun uurtarief ligt vijf à tien keer hoger dan dat van artsen, dus het gaat om een bedrag waarmee de thuiszorg zó gered had kunnen worden. 

En dan zijn er ook nog de verbeterplannen van het NIAZ, Plexus, Nivel, de VMS-programma's, de protocollenmaakindustrie, het Keurmerkinstituut, Stimucare, Lean Sigma, Productive Ward, GOMA, Senior Friendly Hospital, et cetera. Het is ondoenlijk om alle spreeuwen uit deze kwetterende zwerm afzonderlijk te benoemen, maar ze kosten ons vast miljarden. In ieder geval genereren ze veel werk voor artsen, zodat tijd die aan patiënten toebehoort verloren gaat. Er zijn al hulpverleners die net zo veel tijd kwijt zijn aan het scoren van hun taken als aan het uitvoeren ervan.

Ook de verzekeraars letten op kwaliteit, op onze kosten: hun enorme winsten zijn in werkelijkheid nog veel groter, deels ‘bedrijfskosten’.

Verbetert de kwaliteit? 

De kwaliteit van onze gezondheidszorg is uitstekend, toch geven we absurd veel geld uit aan maatregelen en instanties die de kwaliteit zeggen te bevorderen. De effecten hiervan zijn slecht meetbaar, maar de kwaliteitsverbeteringen (vergeleken met die van de medische professionals zelf) zijn klein en de kosten astronomisch.


Ten slotte deze overweging: in vergelijking met de huidige zorgkwaliteit in andere landen was die van vijf jaar geleden in Nederland niet slecht. Toch zijn onze zorgkosten in die tijd met 14 miljard euro gestegen, voor een flink deel door contraproductief kwaliteitsbeleid.

 

Bron: Volkskrant