Neem gerust contact met ons op om thuis
met u de mogelijkheden door te nemen.

Ondanks de prognose van een ongeneeslijke ziekte kunnen patiënten hoop houden, en uitspraken doen zoals ‘Volgend jaar ga ik een verre reis maken’ of ‘Ik wil mijn nieuwe kleinkind nog in mijn armen nemen’. Hoe ga je hier als zorgverlener mee om. Verpleegkundigen zien hoop van terminale clienten soms als valse hoop of ontkenning. 

  • Omgaan met patiënten die hoop houden ondanks een slechte prognose.

Hoop is voor palliatieve patiënten niet per se gerelateerd aan feiten en kansen. Het gaat voor hen meer om het belang van de uitkomst, bijvoorbeeld ‘mijn kinderen zien opgroeien’. Patiënten weten wel dat dit eigenlijk niet haalbaar is, maar hun wens om de kinderen te zien opgroeien is te sterk. Ze zouden niet kunnen leven met de gedachte dat dit doel onhaalbaar is. Ze hopen omdat ze niet anders kunnen. Dat hoop niet altijd realistisch is, blijkt ook uit het feit dat mensen tegelijkertijd kunnen hopen op genezing als op goed sterven.

  • Niet realistische hoop.

Zorgverleners vinden het soms moeilijk om, om te gaan met patiënten die toch nog op genezing hopen. Ze zien dit als valse hoop of ontkenning en vinden dat de patiënt de waarheid zou moeten weten. Maar in tegenstelling tot wat zorgverleners soms denken, zullen patiënten hun hoop niet gauw opgeven voor realistischere verwachtingen. Ze waarderen eerlijkheid over medische feiten, willen wel weten hoe het zit, maar hebben het desondanks nodig om te hopen. Het is niet nodig dat je die hoop onderuit haalt.

Mensen hebben hoop nodig om hun leven te kunnen leven. Het ondersteunen van deze hoop, zonder dat mensen gaan deelnemen aan 'zinloze' behandelingen is een uitdaging voor hulpverleners. Dit geldt ook voor verpleegkundigen die in hun dagelijkse contact en communicatie met patiënten vele berichten geven die de inspanningen voor hoop beïnvloeden.

Meer informatie over palliatief terminale thuiszorg