Neem gerust contact met ons op om thuis
met u de mogelijkheden door te nemen.

 

Een orgaandonatieprocedure vraagt om tijd en zorgvuldigheid. De procedure kan 10 tot 24 uur in beslag nemen. Dit is afhankelijk van de omstandigheden en of er sprake is van orgaan- én weefseldonatie, of 1 van beide.

Als het duidelijk is dat iemand niet meer kan genezen en zal gaan overlijden raadpleegt de arts het Donorregister om na te gaan welke keuze iemand heeft laten vastleggen. Het raadplegen van het Donorregister mag enkele uren voor het vaststellen van de dood gebeuren. Een orgaan- of weefseldonatieprocedure mag alleen doorgaan als er een 'Ja' staat in het Donorregister óf als nabestaanden toestemming geven.

Wat is nu precies de procedure bij orgaandonatie.

Een procedure voor orgaandonatie moet zorgvuldig gaan. Dat kost tijd. In totaal kan de procedure 10 tot 24 uur in beslag nemen. Daarna komt het lichaam van de overleden donor terug bij de familie. De professionals die eraan meewerken moeten ervoor zorgen dat alles precies volgens de regels gebeurt.


Hoe begint een procedure voor orgaandonatie?

De procedure voor orgaandonatie begint als duidelijk is geworden dat iemand niet meer kan herstellen. En dat het geen zin meer heeft om hem verder te behandelen. Meestal gaat het om patiënten op een intensive care van een ziekenhuis.

Orgaandonatie gebeurt na hartdood of hersendood. Maar om te zorgen dat iemand organen kan doneren, moeten artsen veel regelen. En dat begint al voordat iemand is overleden. 

Eerst heeft een arts een gesprek met de familie van de persoon om wie het gaat. Hij bespreekt dat er geen kans meer is op herstel. De familie kan op deze manier eerst het slechte nieuws verwerken: ‘behandelen heeft geen zin meer en een familielid zal overlijden’.

De arts bespreekt met de familie het onderwerp orgaandonatie.  In de wet staat dat artsen dat pas voor het eerst mogen bespreken op het moment dat herstel niet meer mogelijk is.

 

De keuze in het Donorregister

Wanneer iemand geschikt is om donor te zijn kijkt het ziekenhuis in het Donorregister wat de keuze van deze persoon is over orgaandonatie.  Dit kan al als het overlijden binnen een korte tijd wordt verwacht. 

Welke mogelijkheden zijn er?

  • Er staat ‘Ja’ in het Donorregister. Deze persoon wil organen doneren. De arts vertelt deze keuze aan de familie. 
  • Er staat ‘Nee’ in het Donorregister. Deze persoon wil geen organen doneren. 
  • In het Donorregister staat dat deze persoon zijn nabestaanden wil laten beslissen over wel of niet doneren. De arts bespreekt dit met hen. Zij moeten op dat moment beslissen of orgaandonatie wel of niet doorgaat. Iemand kan er in het Donorregister ook voor kiezen een bepaald persoon hierover te laten beslissen. Dan bespreekt de arts orgaandonatie met deze persoon. En hij of zij beslist over de orgaandonatie.
  • Er staat geen keuze van deze persoon in het Donorregister. De arts bespreekt dit met de familie. Zij beslissen of orgaandonatie wel of niet doorgaat. In de wet staat dat zij degenen zijn die hierover beslissen.


Als iemand orgaandonor kan zijn

Als iemand orgaandonor kan zijn, en er is toestemming, dan meldt de arts deze persoon bij de NTS. De procedure kan op twee manieren verder gaan:

  • Als de arts vermoedt dat de donor hersis, komt er een onderzoek om dat vast te stellen. Dit heet het hersendoodprotocol.
  • Als het niet is vast te stellen dat de donor hersendood is, dan volgt de arts een procedure om hartdood vast te stellen.

Als de hersendood of hartdood is vastgesteld dan is dat het officiële tijdstip waarop iemand is overleden.

 

Wat gebeurt er als de arts iemand als donor heeft gemeld?

Bij een melding van iemand als orgaandonor, schakelt de NTS een transplantatiecoördinator in. De transplantatiecoördinator komt naar het ziekenhuis van de donor. Hij zorgt dat de donatieprocedure goed verloopt. Wat doet de transplantatiecoördinator?

  • zorgen dat de onderzoeken naar de organen goed verlopen
  • alle gegevens van de donor verzamelen
  • de donor melden bij Eurotransplant
  • een schema maken voor alles wat er moet gebeuren
  • contact houden met de nabestaanden
     

Als de transplantatiecoördinator de donor heeft aangemeld bij Eurotransplant, is er 4 tot 6 uur nodig voordat de donoroperatie kan beginnen. In die tijd zoekt Eurotransplant welke patiënt of patiënten op de wachtlijst medisch het meest geschikt zijn om het orgaan te krijgen. Die gaan dan naar het ziekenhuis voor een transplantatie.

Ook op de intensive care begint het medisch personeel alvast met voorbereidingen. Ze doen wat nodig is om te zorgen dat de organen van de donor geschikt blijven om te doneren. Bijvoorbeeld zorgen dat het lichaam van de donor op de goede temperatuur blijft. In de wet staat dat deze voorbereidende handelingen ook mogen gebeuren voordat nabestaanden instemmen met orgaandonatie.


De donoroperatie

Een chirurg voert de donoroperatie uit, samen met een team. Dit noemen we het uitnameteam. Ze doen deze operatie in een operatiekamer in het ziekenhuis. De operatie kan 3 tot 6 uur duren. 
Daarna gaat het lichaam van de donor terug naar de familie.

Staat de donor ook weefsels af? Dan gebeurt dat direct na de uitname van de organen. Soms is er ook nog een onderzoek naar de doodsoorzaak van de donor. Dit heet obductie. Ook dit gebeurt direct na de operatie.

Als de organen eenmaal buiten het lichaam zijn, moeten ze zo snel mogelijk getransplanteerd. Bij hart en longen moet dit binnen 4 tot 6 uur. Bij een lever binnen 12 uur. Bij nieren is er meer tijd: liefst binnen 24 uur.

Ongeveer 6 weken na de donoroperatie laat de transplantatiecoördinator aan de nabestaanden weten hoe het met de personen gaat die een orgaan hebben gekregen. Ook het medisch personeel van de donatieprocedure krijgt deze informatie. Namen van de ontvangers blijven geheim. Ook de naam van de donor blijft geheim voor de mensen die een orgaan krijgen.