Neem gerust contact met ons op om thuis
met u de mogelijkheden door te nemen.

Aftrekbare zorgkosten particuliere thuiszorg


Aftrekkosten particuliere thuiszorg 

Zorgkosten voor particuliere 24 uurs thuiszorg zijn boven een bepaalde drempel aftrekbaar, mits ze niet zijn gedekt door de zorgverzekering of onder het eigen risico daarvan vallen. De zorgkosten die worden voldaan vanuit een PersoonsGebonden Budget vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) of Zorgverzekeringswet ( Zvw) zijn niet aftrekbaar. Indien kosten voor particuliere thuiszorg hoger zijn dan het budget zijn deze zorgkosten wel aftrekbaar van de inkomstenbelasting.  Er zijn voor 2019 nog geen concrete plannen om deze regeling te veranderen, maar het aftrekpercentage wijzigt wel. Vanaf 2020 wordt het maximale aftrektarief voor bijna alle aftrekposten gelijkgetrokken. Dit heeft ook gevolgen voor de zorgkostenaftrek.


Belastbaar inkomen lager

Het maximale belastingtarief gaat met 2,75 procentpunt omlaag van 40,85% in 2018 naar 38,1% in 2019. Vanaf 2019 is de aftrekpost daarom nog maar 38,1%. Dat is per €1000 aftrek bijna €28 minder. Vanaf 2019 zien AOW’ers met een inkomen tussen €21.400 en €34.300 het aftrektarief dalen van 22,95% naar 22,2%. Daarboven is het tarief 38,1%.


Belastbaar inkomen hoger dan €68.500

Bij een inkomen hoger dan €68.500 is de aftrek in 2019 maximaal 51,75%. In 2020 wordt de aftrek voor bijna alle aftrekposten beperkt tot 46%, terwijl de fiscus nog wel 50,5% belasting heft over de top van het inkomen. Het aftrektarief gaat in de jaren daarna verder omlaag naar uiteindelijk 37%, zie de tabel hieronder.

 

Toekomst van de aftrek van kosten particuliere thuiszorg

Het kabinet heeft in september 2017 aangegeven verkenningen te doen naar een alternatief plan voor de zorgkostenaftrek, omdat de aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten ‘een op termijn niet houdbare regeling is’. De huidige regeling van de aftrekpost gaat dus op termijn mogelijk op de schop. Het percentage dat aftrekbaar is wordt in de loop der jaren naar beneden bijgesteld. 

Het percentage van de aftrekposten dat je via de belastingaangifte terugkrijgt, is heel lang gelijk geweest aan het belastingtarief over het inkomen. Voor de hypotheekrenteaftrek is dat sinds 2014 veranderd: het aftrekpercentage voor hoge inkomens wordt steeds iets lager. Bij de andere aftrekposten was dat niet aan de orde, maar ook dat gaat veranderen. De koppeling tussen het aftrek- en belastingtarief verdwijnt en na 2020 gaat het aftrektarief voor de hoge inkomens in stappen omlaag.

De verlaging geldt voor alle aftrekposten, met één uitzondering. Wie volgens de fiscus een pensioentekort heeft, kan fiscaal vriendelijk sparen voor zijn oude dag. De inleg voor bijvoorbeeld een lijfrenteverzekering of -spaarproduct blijft aftrekbaar tegen het tarief dat je over je inkomen betaalt. Bij deze aftrekpost gaat het aftrekpercentage dus niet omlaag voor veelverdieners.

Voor de hypotheekrenteaftrek geldt in 2019 een tarief van 49% als het inkomen boven de €68.500 uitkomt. Vanaf 2020 daalt de maximale aftrek voor hypotheekrente zodanig dat deze gelijk is aan de lagere aftrek voor de overige aftrekposten. Voor alle aftrekposten geldt dan hetzelfde maximumtarief, uitgezonderd lijfrenteproducten.

De verlaging van het aftrekpercentage geldt ook voor aftrekposten voor ondernemers, zoals de zelfstandigen-, starters- en meewerkaftrek.