Neem gerust contact met ons op om thuis
met u de mogelijkheden door te nemen.

Oudere dame met muts, ouderen zorg thuis

 

De temperatuur in huis bij ouderen is vaak erg hoog, terwijl het buiten koud is.

Als particuliere thuiszorg verlener kom je op adressen waar het vaak erg warm is. Oudere mensen hebben het vaker koud door een slechtere doorbloeding. Daar komt bij dat door pijnlijke of moeizame beweging er minder wordt bewogen door de oudere. Als zorgverlener kan de warmte in een woning als een 'warme schok' aanvoelen. 

 

Wat zijn de meest ideale omstandigheden voor beiden? 

Bij de meeste ouderen waar we particuliere thuiszorg verlenen is de temperatuur binnen hoger dan gemiddeld (± 24°C). De temperatuur is hiermee afgestemd op de behoefte van de bewoners.

24°C is echter erg hoog als je als zorgverlener aan het werk bent. Naast een andere fysieke behoefte dan de bewoners is de zorgverlener ook nog bezig met een activiteit waardoor de temperatuur als nog hoger wordt ervaren.  

Dit comfortverschil is te overbruggen door het controleren van de luchtvochtigheid. In ruimten waar mensen met verschillende activiteiten aanwezig zijn kan de luchttemperatuur worden afgestemd op personen met de laagste metabolisme / kledingcombinatie.

Voor personen met de hoogste metabolisme / kledingcombinatie wordt de voor hen te hoge temperatuur gecompenseerd door een lage relatieve vochtigheid. Hiermee neemt niet alleen de behaaglijkheid voor mensen met een zeer verschillend activiteitsniveau in dezelfde ruimte toe, ook de thermische schok die wordt ondervonden wanneer men vanuit een warme omgeving een geconditioneerde ruimte betreedt kan tot het verleden behoren. Simpel gezegd komt het erop neer dat door de hoge temperatuur de minder actieve mensen zich behaaglijk voelen en dat door de lage relatieve vochtigheid de actieve mensen hun warmte, ondanks de hogere omgevingstemperatuur, makkelijker kunnen afstaan aan de omgeving.

Voor gezonde mensen is er nauwelijks een ondergrens voor relatieve vochtigheid, gevoelige mensen zijn echter sterk gebaat bij een minimum relatieve vochtigheid van 35-40%. Een te lage relatieve vochtigheid veroorzaakt uitdroging van huid- en slijmvliezen waardoor bij gevoelige mensen de kans op huid-, oog-, en luchtwegirritaties wordt vergroot. Een te hoge relatieve vochtigheid belemmert het latente warmteverlies via de huid waardoor naast afname van thermisch comfort in ernstige gevallen oververhitting en uitputting kan optreden.

Hiernaast werkt de aanwezigheid van vocht gunstig op de overlevingskansen en de ontwikkeling van biologische verontreinigingen zoals bacteriën, virussen, schimmels en mijten. Ozon en sommige chemische stoffen in het interieur reageren met waterdamp in de lucht en kunnen huid-, oog- en luchtwegirritaties veroorzaken of versterken.

 

De optimale relatieve luchtvochtigheid ligt tussen de 40% en 60%.  Luchtbevochtiging brengt echter wel risico’s met zich mee. Een onjuist ontwerp en onhygiënische bedrijfsvoering kunnen de ontwikkeling van ziektekiemen in het bevochtigingssysteem veroorzaken die via de luchtbehandeling in een ruimte of gebouw kunnen worden verspreidt.

Is luchtbevochtiging om een of andere reden nodig zijn, dan wordt er meestal gekozen voor stoom, omdat de risico’s hierbij kleiner woorden geacht. Het iedereen naar de zin maken is echter erg moeilijk. Het activiteits- en temperatuur belevingsverschil tussen de bewoners en particulier verpleegkundigen is gewoonweg te groot.

Behaaglijkheid is echter meer dan thermisch comfort alleen. Andere factoren die een rol spelen zijn: de vochtigheid van de huid, de natheid van de huid, interactie van vochtige huid en kleding, zuurstofgehalte van de lucht en de koeling van de slijmvliezen in de bovenste luchtwegen.

Al deze factoren zijn te controleren door middel van beïnvloeding van de relatieve vochtigheid. Waarbij de laatste erg belangrijk is omdat de ingeademde lucht van sterke invloed is op de totale ruimtebeleving. Bij controle over al deze factoren kan de behaaglijkheid bereikt worden zonder dat het thermisch comfort optimaal hoeft te zijn.

Voor een woning waar een hogere temperatuur (24°C) gehandhaafd moet blijven is het thermisch comfort goed te realiseren voor zowel de actieve zorgverlener als de minder actieve patiënt door het laag houden van de relatieve vochtigheid. De relatieve vochtigheid heeft echter wel een ondergrens (40%). Deze is vooral van toepassing op mensen met een zwakke gezondheid. Bijkomstig voordeel van een lage relatieve vochtigheid is de beperking van groei van ziekteverwekkers en beperking van irritatie door chemische stoffen. Andere aspecten die naast het thermisch comfort meespelen bij de ervaring van behaaglijkheid zijn eveneens gemakkelijker te controleren bij een lagere relatieve vochtigheid.

Ondanks de toename van activiteit bij het gericht ont- of bevochtigen van lucht hoeft bij gebruik van bepaalde technieken het realiseren van een lage relatieve vochtigheid niet meer energie of geld te kosten. Een luchtbevochtigingssysteem brengt wel en verhoogd risico op bacteriegroei teweeg en dient daarom met veel zorg te worden aangelegd.

Het komt er globaal op neer dat lucht in de zomer gedroogd, en in de winter bevochtigd dient te worden.