Neem gerust contact met ons op om thuis
met u de mogelijkheden door te nemen.

ouderenzorg particuliere thuiszorg

De gemiddelde leeftijd bij overlijden was volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek  in 1950 61 jaar oud. In 2016 is dat al 78 jaar. De verwachting is dat vrouwen in 2060 gemiddeld bijna 90 worden en mannen 87 jaar. Op dit moment wonen er in ons land al bijna 2.000 100-plussers. En ook dat aantal zal de komende jaren toenemen naar verwachting.

Met de juiste mantelzorg, professionele particuliere thuiszorg, voorzieningen en zorgbeleid kunnen veel mensen oud worden met behoud van zelfstandigheid in de eigen vertrouwde thuisomgeving hoeveel zorg er ook nodig blijkt.

Sinds 2015 is de Langdurige Zorg gewijzigd, er wordt meer nadruk gelegd op zelfredzaamheid en mantelzorg. Van de verzorgingsstaat wordt gemanoeuvreerd naar een participatiestaat waarin de overheid enkel ingrijpt wanneer het mensen zelf of met hulp van familie niet meer lukt.  In 2015 is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vervangen door de Wet langdurige Zorg ( Wlz). Met de invoering van deze wet werd beoogd de zorg dichterbij de zorgvragers te organiseren maar stond ook een bezuiniging voor ogen.

Ouderen krijgen met meerdere partijen te maken wanneer zij verschillende vormen van thuiszorg nodig hebben. Waartoe mensen zich kunnen richten voor zorg is afhankelijk van de zorgzwaarte.  De gemeente regelt en betaalt huishoudelijke hulp en de Individuele Begeleiding, de zorgverzekeraar financiert de wijkverpleging, ziekenhuiszorg en geneesmiddelen. Het zorgkantoor regelt Wlz-zorg thuis via een PersoonsGebonden Budget of verblijf in een verpleeghuis als er 24 uur per dag thuiszorg of toezicht nodig is.

 

376 duizend mensen aan het werk in de ouderenzorg

In de zorgsector werken in totaal 2,1 miljoen mensen. 376 duizend mensen zijn dagelijks bezig met het verlenen van voor zorg aan ouderen. Door krimp, reorganisatie, bezuinigingen en de hoge werkdruk zijn er rond 2014 ruim 30 duizend werkenden uit de ouderenzorg gestapt.

Zorgkosten ouderenzorg

We besteden in 2017 28 miljard aan zorg voor ouderen, gemiddeld 8.650 euro per persoon. Dat is ongeveer de helft van het totaal dat wij in Nederland uitgeven aan zorg vanuit de Zorgverzekeringswet en de Wet langdurige zorg. Zorgkosten lopen op naarmate mensen ouder worden.

De omvang van de zorgkosten verschilt per leeftijdsklasse. 65-plussers maken veel zorgkosten vanuit de Wet langdurige zorg, bijvoorbeeld door zorg in verpleeghuizen. Daarna volgt de medisch-specialistische zorg. Wijkverpleging, zorg voor thuiswonende ouderen, komt met 2,8 miljard euro op de derde plaats. Farmacie is met ruim 2 miljard euro ook een grote uitgavenpost.

De jongste ouderen, de groep 65-74-jarigen, hebben een beduidend betere gezondheid en minder zorg nodig. In deze categorie zijn de kosten van medisch-specialistische zorg (4,3 miljard) de grootste kostenpost.

Naarmate mensen ouder worden gaan ze vaker naar de huisarts. 95% van de thuiswonende 85-plussers is in 2017 minimaal 1 keer bij de huisarts geweest. Bij de 65-74-jarigen is dat 84%. Ook zijn dat vaker bezoeken aan de huisarts / huisartsenpost buiten kantoortijden.

2 van de 3 ouderen is in 2016 in het ziekenhuis geweest voor een consult, een poliklinische ingreep of een operatie. Bij 75-plussers ligt het gebruik met 75% hoger dan bij mensen van 65 tot 75 jaar met 60%.

75-plussers komen vooral in het ziekenhuis voor oogziekten (27%), hart- en vaatziekten (26%) en

voor kanker en goedaardige gezwellen (21%). In de leeftijdsklasse 65-74 jaar gaan mensen meestal voor dezelfde aandoeningen naar het ziekenhuis. Klinische geriatrie is het medisch specialisme voor de kwetsbare oudere patiënt in het ziekenhuis. Sinds 2012 is het aantal mensen dat gebruikmaakt van klinische geriatrie met gemiddeld 10% per jaar toegenomen tot 110.000 patiënten in 2016. Deze toename is sterker dan de toename in het aantal (oudere) ouderen. Het aantal geriaters is in deze periode gestegen.

Medicatie voor ouderen

Gemiddeld slikt 90% van de ouderen 1 of meer medicijnen1 die via de basisverzekering van de zorgverzekeraar worden vergoed. Het gaat hierbij om medicijnen die zijn voorgeschreven door de huisarts of de specialist. Denk bijvoorbeeld aan bloedverdunners, cholesterol- en bloeddrukverlagende middelen en maagbeschermers Middelen die vrij verkrijgbaar zijn, zoals paracetamol en ibuprofen, vallen buiten deze definitie.