Neem gerust contact met ons op om thuis
met u de mogelijkheden door te nemen.

Een verpleeghuisarts heeft bij de euthanasie van een zwaar dementerende vrouw 'niet gehandeld overeenkomstig de zorgvuldigheidseisen'. Dat is het oordeel van een regionale toetsingscommissie euthanasie, dat is doorgestuurd naar het Openbaar Ministerie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg.

De bijna 80-jarige ernstig demente en wilsonbekwame vrouw heeft nooit mondeling om euthanasie verzocht en de wilsverklaring die ze eerder had opgesteld, was onduidelijk en zelfs tegenstrijdig.  'De arts kon niet ondubbelzinnig tot de overtuiging komen dat sprake was van een vrijwillig en weloverwogen verzoek', aldus de toetsingscommissie. 

Bovendien heeft de arts bij de uitvoering van de euthanasie 'een grens overschreden' door de patiënt eerst heimelijk het middel dormicum toe te dienen (in de koffie) en door de uitvoering van de levensbeëindiging niet te staken toen de patiënt 'negatief reageerde op het inbrengen van het infuus' met euthanica.

Euthanasie voor mensen die dement zin en hun wil niet meer kenbaar kunnen maken is lastig.

Het is voor het eerst dat een arts onzorgvuldig handelen wordt verweten in hulp bij zelfdoding van een patiënt met dementie. Toch is de voorzitter van de Regionale Toetsingscommissies ervan overtuigd dat deze arts naar eer en geweten heeft gehandeld.

Euthanasie bij mensen die lijden aan dementie is een precair onderwerp.  Volgens de wet, eind 2015 nog eens verduidelijkt door de ministers van VWS en Veiligheid en Justitie, mag euthanasie bij dementie worden toegepast op basis van een eerdere wilsverklaring.  Dan moet wel duidelijk zijn dat de patiënt, die op dat moment wilsonbekwaam is, ondraaglijk lijdt. Dat 'ondraaglijk lijden' kan zich bijvoorbeeld uiten in pijn, onrust, angst of agressie.

Tot dusver hebben de regionale toetsingscommissie nog maar vier gevallen van euthanasie bij vergevorderde demente patiënten moeten beoordelen. Daarvan konden er drie de toets der kritiek doorstaan en één dus niet.  Artsen durven er hun vingers niet aan te branden omdat de praktijk onduidelijk is - de combinatie van een wilsverklaring en dementie  is zo ingewikkeld.

De wet laat het toe, toch gebeurt het nog nauwelijks: euthanasie bij zwaar dementerenden.

De demente vrouw had jaren eerder, toen ze nog wilsbekwaam was, al aangegeven absoluut niet naar een verpleeghuis te willen - ze had daar zeer slechte ervaringen mee met haar eigen moeder.  Maar uiteindelijk kwam ze daar toch terecht, nadat haar man de verzorging niet meer aan kon. Thuis had ze tegenstrijdige signalen afgegeven. Ze zei regelmatig dat ze dood wilde, maar voegde er ook vaak aan toe: 'Maar nu nog niet.' 

In de (herziene) wilsverklaring die ze een jaar voor haar overlijden liet opstellen, staat: 'Ik wil gebruik maken van het wettelijk recht om euthanasie op mij toe te passen, wanneer ik daar zelf de tijd voor rijp acht.  Ik wil niet geplaatst worden in een instelling voor demente bejaarden. (...) Vertrouwende, tegen de tijd dat de kwaliteit van mijn leven zodanig slecht is geworden, dat op mijn verzoek euthanasie zal worden toegepast.' 

In het verpleeghuis ging de vrouw snel achteruit. Ze was onrustig, angstig,  boos en miste haar man. Ze sliep weinig en doolde door de gangen. De verpleeghuisarts constateerde al na enkele weken dat de vrouw ondraaglijk leed.  Ze raadpleegde twee 'consulenten' (onafhankelijke artsen), die min of meer tot dezelfde slotsom kwamen. Ook haar familie vond dat het tijd was voor euthanasie, zoals ze ook in haar wilsverklaring had aangegeven.

‘Maar die wilsverklaring bevat tegenstrijdigheden; die had zo nooit opgesteld mogen worden', zegt de commissie.  Vooral de zinnen 'wanneer ik daar zelf de tijd voor rijp acht' en 'op mijn verzoek' zijn reden tot discussie.   Volgens de commissie zeg je dan: ‘Als ik niks meer weet, moet ik nog wel aangeven dat ik dood wil.' 

Toen het infuus met het uiteindelijke euthanasiemiddel werd ingebracht, veerde ze echter op en maakte ze een afwerende beweging.  'Was dat louter een schrikreactie door de prik of wilde ze het echt niet?', zegt de commissie. 'Omdat je daar geen 100 procent zekerheid over hebt, meent de toetsingscommissie dat de arts de levensbeëindiging had moeten staken. Want bij de uitvoering van euthanasie moet zelfs de schijn van dwang worden voorkomen.'

Het OM kan besluiten de vrouwelijke arts strafrechtelijk te vervolgen en de commissie kan tuchtrechtelijke maatregelen nemen. 

Wilt u meer lezen over dementie klik hier