Neem gerust contact met ons op om thuis
met u de mogelijkheden door te nemen.

 

Het lukt de politiek al 25 jaar niet om overbodige procedures en checklists te verminderen in de thuiszorg. 
 

Spoedgeval voor apotheker Kees Steenbeek (33). Het is vrijdagmiddag en een patiënt heeft een catheter, opvangzakken en een inbrengset nodig. Urine hoopt zich op in de blaas. Dat moet weg, en snel ook, want het doet vreselijk veel pijn. Steenbeek wil de spullen leveren, maar dat mag niet – de verzekeraar van deze patiënt koopt dit type materiaal in bij een centrale leverancier. Die heeft het niet op voorraad.

Steenbeek belt met de zorgverzekeraar, en krijgt na een half uur toestemming om de patiënt wat materiaal mee te geven. Patiënt van de pijn verlost, iedereen tevreden.

Totdat Steenbeek twee maanden later bericht krijgt van de verzekeraar: de declaratie voor de middelen is afgekeurd, omdat in het systeem staat dat hij het spul niet had mogen leveren. Steenbeek is uren bezig om alsnog betaald te krijgen. In die tijd, zegt hij, kan hij niet aan de balie van zijn apotheek staan.


Medewerkers in de zorg zijn overbodige regels, procedures en checklists zat. Er is een beweging ontstaan, ‘Ontregel de Zorg’, die met steun van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een overzicht gaat maken van (overbodige) regels in de zorg.

De frustraties daarover zijn groot, tonen de resultaten van een nog lopend onderzoek van ledenorganisatie en dienstverlener VvAA waaraan tot nu toe 2.700 artsen meededen. Zestig procent zegt last te hebben van overbodige administratie of onzinnige regels.

Bovendien: er is nauwelijks tijd om alle dossiers bij te houden. Als een gesprek met een patiënt uitloopt, zit de volgende alweer te wachten. Er zijn psychiaters die stoïcijns de dossiers gaan bijwerken en daarna pas de volgende patiënt binnenlaten. Dan maar een korter consult. Van der Luit wil dat niet. Dus: „Ik doe het meestal ’s avonds thuis. Dat voelt beklemmend. Het komt voor dat ik niet met mijn dochter naar de bioscoop kan, omdat ik administratie van overdag moet bijwerken.”

Armand Girbes (58) is hoogleraar en hoofd van de intensive care in het VU Medisch Centrum. Hij geeft al jaren lezingen over regeldruk. Een van zijn favoriete voorbeelden is de time-out-procedure. Chirurg, verpleegkundige en anesthesioloog nemen met de patiënt, vóór de narcose, een checklist door. Hoe heet u? Klopt het dat uw rechterlies wordt geopereerd? Dat soort vragen. Daarna wordt de patiënt onder narcose gebracht. Dat duurt even. De chirurg loopt dan vaak de operatiekamer uit. Om zich te concentreren, soms om een operatieverslag af te maken.

Een uitstekende procedure, vindt Girbes. Maar, zegt hij, nú komt het: „Als de chirurg daarna terugkomt, moeten we die procedure voor een deel opnieuw doen. Want: de chirurg zou de verkeerde operatiekamer kunnen zijn binnengelopen.” Dat vindt hij „nogal overdreven”. Hoe vaak, zegt Girbes, zou dat nu voorkomen? „Dat is niet meer logisch, dat is verkeerd wantrouwen.”

 

EHBO voor tandarts

Dat wantrouwen is de gemene deler in de verhalen van de artsen. Want hoe verschillend de ervaringen van apothekers, logopedisten, fysiotherapeuten en medisch specialisten ook zijn: allemaal beginnen ze op een zeker moment over wantrouwen. Toezichthouders, zorgverzekeraars, zorgaanbieders, beroepsverenigingen en brancheverenigingen hebben allemaal checklists, toetsings- en veiligheidseisen verplicht gesteld. Simpel voorbeeldje: tandartsen die jaarlijks weer moeten aantonen dat ze een hartritmemassage kunnen geven, alsof mensen bij de tandarts vaker een hartaanval krijgen dan elders. Zeker sinds in 2006 de zorgverzekeraars inkopen op kwaliteit en met elkaar concurreren, hebben artsen te maken gekregen met veel meer registraties.

We verliezen uit het oog dat patiënten allemaal verschillend zijn

Girbes: „We zijn in een situatie terechtgekomen dat we elk gesprek moeten vastleggen, elke handeling moeten verantwoorden. Er zijn protocollen voor alle soorten behandelingen, maar we verliezen uit het oog dat patiënten allemaal verschillend zijn. Wij moeten ons als artsen natuurlijk controleerbaar opstellen, maar in de zorg is het ook belangrijk dat de arts vrijheid houdt om zijn vak uit te oefenen. Dat verdwijnt.”

 

Vertrouwen op een formulier

Een nieuw probleem is overbodige regelgeving niet, en het is ook niet een exclusief probleem van de gezondheidszorg. Maar, erkent ook demissionair minister Edith Schippers (Volksgezondheid, VVD): in de zorg is het doorgeslagen. Enkele jaren geleden begon het ministerie een groot project om de regeldruk in de zorg te verminderen. Inmiddels zijn de eerste resultaten er. Sinds januari hoeven huisartsen bijvoorbeeld niet meer constant een herhaalverwijzing te schrijven voor diëtisten, ergotherapie, huidtherapie, logopedie en oefentherapie als een behandeling langer duurt dan een jaar. Dat was zo’n typisch overbodige handeling die veel frustratie opleverde.

Toch is het wantrouwen niet weg, en de frustratie nog altijd groot. „In plaats van vertrouwen in elkaars expertise, en ruimte om op basis daarvan afwegingen te maken, vertrouwen we liever op een formulier”, zegt Schippers in een reactie. „Dit heeft geleid tot een steeds verdergaande stapeling van toezicht, dubbele controles en de behoefte om alles tot in detail te willen weten. Het belang van het vertrouwen in de professional is te veel op de achtergrond geraakt. Om dit aan te pakken is een drastische verandering nodig.”

 

Beweging tegen overbodige regels

Twee jaar geleden begon een groep huisartsen de beweging ‘Het Roer Moet Om’. Hun doel was onder meer om onzinnige administratielast overboord te gooien. Dat lukte: huisartsen hebben steeds minder te maken met overbodige regelgeving. Nu breidt de beweging zich uit. In samenwerking met een adviesorganisatie in de zorg, VvAA (120.000 leden), en gesteund door het ministerie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport inventariseert een ‘denktank’ in zes beroepsgroepen welke regels, formulieren en administratie overbodig zijn. In november is er een conferentie over welke regelgeving, kwaliteitseisen en registraties moeten worden geschrapt.

Demissionair minister Edith Schippers (Volksgezondheid, VVD) is blij met de beweging. „Als wij van bovenaf gaan afkondigen hoe het gaat, dan komt het niet goed.”

Volgens het ministerie komt 10 procent van de administratieve druk door wet- en regelgeving vanuit de overheid. De rest wordt veroorzaakt door zorgverzekeraars, registratie-eisen die een ziekenhuis vraagt , richtlijnen en protocollen die door de eigen wetenschappelijke verenigingen worden gemaakt en regels van de Inspectie voor de Gezondheidszorg.